een lectuur van

A LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU

van Marcel Proust


(ik gebruik de Pléiade-editie van 1954, toen nog driedelig - zoals een maatpak)

04 mei 2012

geen verloren tijd (27)

Hier begint mijn lectuur van Un amour de Swann, het tweede deel van A la Recherche du temps perdu van Marcel Proust.  

I, 188-195

De voorwaarden om toegelaten te worden tot de petit clan (188:12) van de Verdurins zijn behoorlijk nuffig. Het Credo (188:14, mét hoofdletter) omvat subtiele aanwijzingen inzake artistieke voorkeuren en – meer nog – veronderstelde attitudes met betrekking tot het zich voortbewegen in de high society. Zo komt het dat er maar weinig vrouwen de bijeenkomsten der Verdurins frequenteren: zij zijn te nieuwsgierig naar wat er in andere salons gebeurt en dat wordt niet geapprecieerd. Behalve de jonge vrouw van dokter Verdurin maken enkel nog Odette de Crécy en la tante du pianiste (188:39) deel uit van het selecte gezelschap.

De kring streeft toch enige informaliteit en camaraderie na. Geen habit noir (189:25) op de bijeenkomsten, en de pianist speelt alleen maar Wagner als hij daar zin in heeft.

Mme Verdurin waakt als een kloek over de aanwezigheden: je moet al een stevig excuus hebben om een soirée over te slaan. Een minnaar of maîtresse is alvast geen excuus om niet te komen: de Verdurins, dat wil zeggen Mme Verdurin want zij gaat daarover, hebben liever dat de nieuwe vlam meekomt naar de feestjes. Als hij of zij aan de strikte voorwaarden voldoet, heeft de kring er dan alvast opnieuw een waardevol element bij.

En zo gebeurt het dat Swann, als introducé van Odette, in het gezelschap van de Verdurins wordt opgenomen. Natuurlijk zijn de Verdurins voor Swann te min: hij is veel chiquere kringen gewoon. Maar Swann aimait tellement les femmes (191:18-19) en als hij zijn oog op eentje heeft laten vallen, gaat hij ervoor – ook al maakt ze deel uit van een lagere sociale klasse. In de society heeft hij zowat alles versierd wat er te versieren valt, nu gaat hij de kringen lagerop afstropen. Zijn begeerte en liefde trekken zich van sociale stratificaties niets aan. Integendeel, door een vreemde kronkel komt het Swann voor dat zijn ijdelheid nog meer gestreeld kan worden als het voorwerp van zijn liefde hem als het ware van onderaf benadert. De afwijzing door een ondergeschikte zou harder aankomen. Swann, qui était simple et négligent avec une duchesse, tremblait d’être méprisé, posait, quand il était devant une femme de chambre. (192:4-6)

Swann trekt zich, in zaken van liefde, niets aan van sociale afgrenzingen. Hij streeft er niet naar de vrouwen die hij aantreft in zijn eigen kring mooi te vinden, neen, hij probeert de vrouwen die hij mooi vindt te versieren, ook als ze geen deel uitmaken van zijn kring. Esthetische standaarden wegen voor hem zwaarder door dan de dictaten van zijn sociale klasse. Dat hij met deze houding, die meteen een levenshouding is, bepaalde hooggeplaatste dames schoffeert, neemt hij er voor lief bij. Hij vindt het vermakelijk, en hij kan niet worden vrijgepleit van ‘een zekere lompheid’ (une certaine muflerie (193:11)). Dat verwijt hindert hem niet, hij gaat er prat op een levensgenieter te zijn. Hij gaat, ervan overtuigd que la ‘Vie’ contient des situations plus intéressantes, plus romanesques que tous les romans (193 :16-17), prat op zijn avontuurtjes en licht er de baron de Charlus graag over in. (Wij zullen dus nog kennis maken met deze baron.)

Swann schakelt bij het versieren met cynisme en altijd constant gebleven diplomatie de hand- en spandiensten van al zijn vrienden in. Die kunnen, ondanks zijn onberekenbare grillen en platte opportunisme, hem nooit weerstaan. Maar ze blijven op hun hoede. Zoals Marcels grootvader. Hij ontving al strategische brieven van Swann voor Marcels geboorte. En dan was het: à la garde! (194:6)

Marcel zegt – een beetje verloren tussen deze aan Swanns sociale strategieën gewijde alinea’s – belangstelling te zijn beginnen opvatten voor Swanns karakter à cause des ressemblances qu’en de tout autres parties il offrait avec le mien (193:42-43). En met deze tout autres parties introduceert Proust het gegeven dat Swann, met al zijn amoureuze escapades, deel uitmaakt van een andere wereld dan deze waartoe de kleine Marcel behoort.

1 opmerking:

Unknown zei

Bravo! Een vlot en onderhoudend relaas, maar ik weet niet zo un-deux-trois wat voor gezicht Marcel zou hebben getrokken bij de uitdrukking ''Hij gaat ervoor'', hoewel deze trouvaille wel weer past bij het gedeklasseerde aspect van Swann. Bij wijze van groet vanuit Java, ''Frank Landsman Presenteert zijn 21e Eeuwse Vertaling van...'' op mijn YouTube channel TheJester1962. Hartelijke groeten, Frank

geen verloren tijd


*