een lectuur van

A LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU

van Marcel Proust


(ik gebruik de Pléiade-editie van 1954, toen nog driedelig - zoals een maatpak)

29 juli 2019

geen verloren tijd (133)


II:203-213

Terwijl Mme de Villeparisis zich aan het schilderen zet en daarbij door de aanwezigen wordt bewonderd, groet Marcel Legrandin, maar hij doet dat op onhandige wijze. Legrandin laat zijn ongenoegen hierover blijken. Een en ander draagt bij tot een hoogst ongemakkelijke sfeer.

Ondertussen heeft ook Mme de Guermantes plaatsgenomen in het salon. In haar naam ligt, vindt Marcel, de hele sfeer vervat van haar streek, de omgeving van Combray dus – maar Marcel vindt het eigenaardig dat die streek zich niet in de gelaatstrekken en in de kleur van de ogen van de adellijke dame weerspiegelt. Haar aanwezigheid, overigens, straalt vooral een hautaine onverschilligheid uit, die Proust doet besluiten dat het geen verschil zou hebben uitgemaakt si elle eût constaté sur les fauteuils, au lieu de notre présence, celle d’une tache de graisse ou d’un couche de poussière (206:16-18).

L’excellent écrivain G… entra (206:19). Ook deze niet met name genoemde schrijver beschouwt het bezoek aan het salon van Mme de Villeparisis als een corvee, en dit ondanks het feit dat hij vaak door haar wordt uitgenodigd, ook privé. Dat doet de hertogin vaak, illustere mannen uitnodigen (nooit vrouwen!), maar dan wel op voorwaarde dat ze alleen komen en, als ze getrouwd zijn, hun vrouw thuislaten. Die echtgenotes denken er het hunne van. Ofwel is de hertogin jaloers, ofwel heeft ze zich in het verleden aan schanddaden bezondigd, ofwel is ze zo briljant dat ze met kop en schouders boven het niveau van de meeste vrouwen uitstijgt; de echtgenotes denken dat de hertogin était si supérieure au reste des femmes qu’elle s’ennuyait dans leur société, car elles ne savent parler de rien (207:20-22). Proust zou vandaag met dergelijke seksistische praat – die hij dan nog in de mond van vrouwen durft te leggen – niet zo gemakkelijk wegkomen. Hoe dan ook, il est vrai que la duchesse s’ennuyait auprès des femmes (207:22-23) – tenzij, uiteraard, het vanwege een vorstelijke komaf om belangwekkende vrouwen zou gaan.

Maar de echtgenotes vergissen zich. Mme de Villeparisis bespreekt helemaal geen moeilijke onderwerpen met de illustere geesten! Neen, verder dan parler (…) des plats qu’on mangeait ou (…) la partie de cartes qu’on allait faire (208:4-5) strekt de conversatie niet. Zo kan het gebeuren dat de hertogin bij de net binnengekomen dichter informeert of hij de manier waarop de eieren zijn klaargemaakt kan waarderen. De waarnemer kan zich vragen stellen bij ce silence gardé sur les choses profondes (208:36-37), maar het is in deze kringen gewoon cool om liever over eieren dan over poëzie te praten: Cette réserve était simplement de bon ton (208:29-30). Proust laat ons, om dit te illustreren, even meeluisteren naar een conversatie tussen Mme de Guermantes en Mme de Villeparisis. Ze roddelen over een afwezige dame, die ze, vanwege haar recent aangenomen wanstaltigheid, vergelijken met een kikker. Nadat ze dit onderwerp hebben afgewerkt, achten ze met grote bewondering Bergotte een vermelding waard.

geen verloren tijd


*