een lectuur van

A LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU

van Marcel Proust


(ik gebruik de Pléiade-editie van 1954, toen nog driedelig - zoals een maatpak)

30 september 2018

geen verloren tijd (125)


II:125-132

Marcel probeert via Saint-Loup een bezoek aan Mme de Guermantes te scoren. Hij herinnert zich nog zeer goed zijn bezoek aan Elstirs atelier in Balbec, en zou wat graag de schilderijen zien die Mme de Guermantes van hem bezit. Dat zal dan zonder Saint-Loup moeten gebeuren, want die heeft – door tussenkomst van zijn kapper, autrefois le garçon de l’ancien coiffeur de Napoléon III (127:15-16) – van zijn overste, le capitaine de Borodino (127:11), de toestemming gekregen om er een paar dagen op uit te trekken, een gunst waarvan hij gebruik wil maken om zijn maîtresse te vergezellen op haar jaarlijkse uitstap naar Brugge.

Kampcommandant M. de Borodino is bij zijn ondergeschikte opper- en onderofficieren van de kazerne van Doncières niet bijzonder geliefd. Hij is, via huwelijken, gelieerd aan de Napoleons I en III, waardoor hij als lid van de oude adel kan worden bestempeld. Saint-Loup, samen met de kliek rond Guermantes een lid van de Empire-adel, is in zijn professionele relatie met de kapitein een ondergeschikte militair, maar lijkt in hem, Borodino, non pas un vrai noble mais le petit-fils d’un fermier (129:17-18) te zien. Saint-Loup cultiveert zijn aristocratische status met holle vormelijkheden. Borodino daarentegen is werkelijk nog gehecht aan une noblesse dont les titres gardaient encore leur signification (130:37-38). Hij treedt op met waardigheid en spreekt sur un ton empreint à la fois d’une bienveillance sincère et une hauteur voulue (131:6-8) – nu behoorlijk anachronistische relicten van zijn voorvaderlijke keizerlijke connecties. Hij wandelt statig door de straten van de garnizoensstad, onderhoudt voortreffelijke connecties met vooraanstaande leden van de plaatselijke burgerij, maar vergeet prompt dat ze bestaan wanneer hij, in zijn streven om dichter bij de hoofdstad gekazerneerd te zijn – en bij de daar evoluerende hogere kringen waartegen hij zich maar al te graag zou aanschurken – naar Beauvais wordt overgeplaatst.

Geen opmerkingen:

geen verloren tijd


*